Marc Massaar van Schaik over Europa

Marc Massaar van Schaik werkt als consultant bij een strategisch adviesbureau voor kennis en innovatie. Aangezien kennis één van de speerpunten van de Europese Unie is, hebben we een informatief gesprek met Marc Massaar van Schaik over het wel en wee van de Europese kenniseconomie en het belang daarvan voor Nederland.

 

Burgerlijke status: Ongehuwd

 

Leeftijd: 35 jaar

 

Geboren: Arnhem

Opleiding: TU Delft

Beroep: Consultant

Hobbies: Bestuurlijke functies, Zweefvliegen

 

Kennis  is een van de speerpunten van de EU. Wat is jouw visie op het belang van kennisontwikkeling?

“Vergeleken met Azië of de VS is Europa een klein gebied met relatief weinig inwoners, maar historisch gezien zijn de wetenschappen in Europa ontstaan en die ontwikkelen zich tot op de dag van vandaag. Ook in Azië zie je dat kennis zich nu snel ontwikkelt. In China bijvoorbeeld studeren per jaar meer ingenieurs af dan in Europa. Dat zijn bewegingen waar in Europa nog weinig over gesproken wordt, maar die wel heel belangrijk zijn.”

“Kennis is de productiefactor, waarmee Europa haar positie in de mondiale wereld kan versterken. In de beweging die nu gaande is, zie je dat Europa steeds meer een kenniseconomie aan het worden is.”

 

De Europese kenniseconomie als wapen in de concurrentiestrijd tegen Azië?

“Als je naar economieën kijkt dan zijn de krachten tegenwoordig heel anders verdeeld.  Europa is allang niet meer de oude handelsmacht die wel even aangeeft hoe de handelsstromen lopen en wie welke prijs gaat betalen.”

“Ik zie kennis ook niet als wapen. Concurrentie houd je toch en dat is goed, want dan gebeurt er tenminste wat. Dus juist niet tegenhouden, maar slimme en creatieve oplossingen bedenken voor het uitwisselen, toepassen en combineren van kennis.”

 

Hoe ziet een kenniseconomie er volgens jou uit?

“Op het moment dat je de dienstverlening op kennis inricht, hoef je bepaalde routinewerkzaamheden niet meer te doen. Die kun je dan uitbesteden. Je ziet dat ICT-werkzaamheden bijvoorbeeld al in Pakistan worden uitgevoerd.  Een heleboel arbeid blijft natuurlijk lokaal, omdat die lokaal gebonden is. Brood bakken in China voor de Europese markt heeft nu eenmaal weinig zin.”

 

Het Europese beleid is gericht op het stimuleren van kennisontwikkeling. De oprichting van een Europees onderzoekcentrum is daar een voorbeeld van. Hoe sta je tegenover dit Europese beleid?

“Het probleem van het subsidiëren van wetenschappelijk onderzoek is, dat het budgetten zijn die opgemaakt worden. Iedereen kan er uit eten, maar een praktische toepassing ontbreekt doorgaans.

Europese onderzoekcentra zijn daarentegen goed voor nationale economieën. De ESA is daar een goed voorbeeld van. Lidstaten dragen bij in de kosten voor ondermeer nucleair onderzoek. Als uit dat onderzoek werk voortkomt voor de ruimtevaart, dan vloeit dat terug naar de lidstaten die betaald hebben. Je hebt het dan niet over een verkapte subsidie, maar over investeringen die zich in werkgelegenheid terugbetalen. Een soortgelijke opzet zie je nu ook in Nederland ontstaan. Wetenschappelijke kennisinstituten waar private investeerders en overheid samenkomen en waar toegepast onderzoek wordt verricht. We hebben bijvoorbeeld Food Valley in Wageningen. Dat is een gerenommeerde kennisindustrie met hoogwaardige producten.”

 

Je had het zojuist over uitbesteden. Leidt het Europese beleid niet tot een verdeling van sectoren binnen Europa?

“Ik denk niet dat je zoiets kunt sturen door allerlei regelingen of geldstromen, dat moet je overlaten aan de marktwerking.  Marktwerking kan leiden tot herverdeling en daar is niets mis mee. In de beweging die plaatsvindt, kun je als land veel beter zeggen: Hier ben ik goed in, dat wil ik wel en dat wil ik niet. Kortom: een keuze maken en dan kom je tenminste ergens”

 

Zou je het niet jammer vinden als we in Nederland alleen nog maar een paar museumkoeien in het weiland hebben staan?

“Nee, waarom zou je heel geforceerd bepaalde zaken willen houden, terwijl de productie in andere landen tot een goedkoper en kwalitatief beter product leidt. Ik zie daar geen probleem in. Het is geen beweging van vandaag op morgen. Vroeger vonden we het ook jammer dat de zware industrie verdween uit Nederland. Nu zijn we blij, want we hebben wat minder luchtvervuiling.  Een land verandert, het landschap verandert. Het zou naïef zijn om te denken dat alles bij het oude blijft.”

 

Welke positie zie jij weggelegd voor Nederland binnen Europa?

“Ik denk dat Nederland een belangrijke rol speelt in Europa. Het gaat niet alleen om aantallen, maar ook om economische kracht. En dan zie je dat Nederland een heel belangrijke positie heeft. In Nederland is het ondernemersklimaat historisch gegroeid. Het MKB is de motor van de Nederlandse economie. Daarnaast liggen we aan de kust en hebben we een uitgebreid rivierennetwerk naar de rest van Europa. Dat heeft zich weer vertaald in expertise op het gebied van logistiek. Als we het ondernemersklimaat en onze expertise concurrerend maken, ook voor start-ups, dan profiteert de Nederlandse economie daarvan en kunnen we ons welvaartsniveau behouden.”

 

Marc Massaar van Schaik over ...           

Gelijke economische kansen

Heel noodzakelijk dat concurrentie blijft bestaan. Ik vind dus ook dat er geen machtsblokken mogen ontstaan door  Europese subsidiering.

 

Veiligheid in Europa

Wanneer je in Europa geboren bent dan heb je toch een hele voorsprong op rest van wereld. Geen oorlogen, goede opleidingsmogelijkheden, een sociaal vangnet; het zijn alle ingrediënten om er een mooi leven van te maken.

Ik ken weinig werelddelen, waar mensen in een dergelijke vrijheid en veiligheid leven.

 

Europese uitbreiding

Prima. De natuurlijke grens van Europa ligt bij Rusland. Met de toetreding van Turkije krijg je een tweede geloofsstroom in Europa erbij.

Ik krijg soms het idee dat mensen zich niet realiseren, dat in Nederland bijvoorbeeld ca. 800.000 Christenen uit andere werelddelen wonen Dat zijn bloeiende en boeiende gemeenschappen.

 

Gezamenlijk defensieapparaat

Een gecombineerde troepenmacht die gedegen defensienetwerken opzet, vind ik prima. Zolang lidstaten binnen een dergelijk defensieapparaat met elkaar praten, acht ik de kans op oorlog in Europa veel kleiner.

 

Gezamenlijke aanpak verkeersboetes

Een gezamenlijke aanpak draagt niet bij aan mijn gevoel van veiligheid, maar ik vind het goed dat de boetes nu tenminste geïnd kunnen worden.

 

Veilig voedsel

Het vrije verkeer van goederen impliceert ook dat er minder gecontroleerd wordt. Natuurlijk moet je dan regelgeving hebben en die ook handhaven, zodat je kunt garanderen dat voedsel aan bepaalde eisen blijft voldoen.

 

Gezamenlijke aanpak criminaliteit

Prima ontwikkeling. Criminaliteit is grensoverschrijdend. Daar moet de regelgeving dus wel op ingericht worden.

Ik denk ook dat de EU mansgenoeg is om zaken als persoongegevens goed te regelen. Er vinden nu tenminste open en inhoudelijke discussies plaats over het gebruik van dataverkeer.  Dat was een aantal jaren geleden toch anders naar mijn idee.

Deel dit artikel

Agenda