De weg naar waardevol basisonderwijs: klassikaal én digitaal onderwijs

Op 8 juni heeft Nederland de periode afgesloten van noodgedwongen afstandsbasisonderwijs. In deze periode hebben scholen, ouders en leerlingen een schat aan ervaring opgedaan met het gebruik van digitale leermiddelen, en uitgevers met het faciliteren van het digitale onderwijs op afstand. Toonzettende educatieve uitgevers geven aan dat de noodzaak en de technologie aanwezig zijn om digitaal onderwijs naar een hoger plan te tillen. Maar wat betekent dit voor het digitaal onderwijs? Wat was de stand van het digitaal onderwijs vóór de coronacrisis? Hoe kunnen uitgevers het basisonderwijs waardevoller maken?

Pre-corona tijdperk: digitaal onderwijs

In het pre-coronatijdperk was digitaal onderwijs al een onderdeel van het basisonderwijs. Digitaal onderwijs was resultaatgericht ontwikkeld, wat inhoudt dat de software adaptief was en de leervorderingen van een leerling toetste volgens het stramien van een lesmethode. Educatieve uitgevers faciliteerden hun klanten – leerkrachten en ICT-coördinatoren – met het onderwijsproces.

Gaandeweg kregen leerkrachten meer behoefte aan flexibiliteit en wilden ze maatwerk voor hun leerlingen. Dit schuurde met bestaande lesmethoden. Anticiperend op de behoefte van leerkrachten begonnen uitgeverijen het digitaal basisonderwijs adaptiever en gepersonaliseerd te maken. In de praktijk werd toen zichtbaar dat leerkrachten lesmethoden vaak te letterlijk volgden. Dit was de situatie vóór de corona-crisis.

Opeens brak de coronacrisis uit. Uit een gezamenlijk doel om het afstandsonderwijs aan kinderen zo goed mogelijk te laten verlopen, ontstond een samenspel tussen leerkrachten, ICT-coördinatoren, ouders en educatieve uitgevers.

Verdieping in de serviceverlening

Uitgevers faciliteerden het afstandsonderwijs door Basispoort open te zetten voor thuisonderwijs en door gratis licenties en proefabonnementen aan te bieden aan scholen. Veel ouders en scholen maakten zo voor het eerst kennis met (andere) digitale leermaterialen en dat riep vragen op over het gebruik, de toegang en de lesmethoden. Vanuit het streven klanten zo goed mogelijk te ondersteunen, ontstond bij uitgevers een verdieping in de serviceverlening.

Online informatievoorziening

Zo gebruikten uitgevers hun website om instructiemateriaal, verkorte leerroutes en inlogprocedures beschikbaar te stellen. Noodzakelijke informatie, die tot voor kort binnen de digitale leeromgeving werd gepubliceerd, vond zo ook een weg naar buiten.

Eindgebruikers

Uitgevers faciliteerden hun klanten met informatie over inlogprocedures, verkorte leerroutes en met kleine ingrepen om applicaties gebruiksvriendelijker te maken. Terwijl dit bij een enkele uitgever al het geval was, kwamen hiermee de eindgebruikers ook in het vizier van de andere uitgevers. De informatie en ingrepen waren immers bedoeld om het thuisonderwijs voor leerlingen en ouders, als de eindgebruikers van educatieve producten, makkelijker te maken.

Pdf-bestanden

Veel uitgevers converteerden bovendien papieren lescomponenten naar pdf-bestand, zodat deze online konden worden gedistribueerd. In een enkel geval zijn pdf-bestanden ook geschikt gemaakt voor online verwerking door leerlingen. Hierdoor kregen leerkrachten inzicht in het digitale leerproces van leerlingen en konden zij daar naar eigen inzicht op anticiperen met (extra) begeleiding. Zo werd de handelingsvrijheid van leerkrachten verruimd.

Instructievorm

Tijdens het afstandsonderwijs instrueerden leerkrachten hun groep met behulp van online tools. Uitgevers ontzorgden leerkrachten hierbij door instructiemateriaal toegankelijk te maken via de website. In een enkel geval zijn geproduceerde video’s beschikbaar gesteld, waarin onderwijsdeskundigen instructies geven aan leerlingen.

Deze instructievorm verruimde de keuzenvrijheid van leerkrachten tussen bestaand, nieuw en zelf geproduceerd instructiemateriaal én bood tegelijkertijd handelingsvrijheid om naar eigen inzicht een instructievorm in te zetten in hectische tijden.

Postcorona tijdperk: digitaal onderwijs

Educatieve uitgevers verwachten dat het afstandsonderwijs en het gebruik daardoor van digitale leermiddelen door klanten de acceptatie van digitaal onderwijs zal versnellen. Digitaal onderwijs kan dan uitgroeien tot een extra uitbreiding naast het klassikale basisonderwijs, die onderwijsprofessionals naar eigen inzicht kunnen inzetten.

Vanuit de onderwijsvisie die uitgevers hebben, geven sommigen aan dat zij lesmethoden uitbreiden naar gepersonaliseerd onderwijs. Anderen dat zij hun lesmethoden door ontwikkelen in de richting van gepersonaliseerd onderwijs. Zo schuift digitaal onderwijs op naar doelgericht onderwijs.

Het afstandsonderwijs heeft ook geleid tot verdieping in de serviceverlening. Wat zijn de aandachtspunten om van digitaal onderwijs daadwerkelijk een extra uitbreiding naast het basisonderwijs te maken?

Allereerst is het belangrijk dat uitgevers de waarde van technologie voor het basisonderwijs blijvend onder de aandacht van onderwijsprofessionals brengen, waarbij zij duidelijk maken dat de voordelen – keuzevrijheid voor leerkrachten, maatwerk voor leerlingen en handelingsvrijheid voor onderwijsprofessionals om naar eigen inzicht te differentiëren in instructie en begeleiding – motiveren en tot rendement leiden.

Ook doen uitgevers er goed aan om rekening te houden met de eindgebruikers: leerlingen (en hun ouders). Rekening houden met eindgebruikers betekent voor uitgevers een verdere differentiatie van de gebruikersgroep. Door verder te differentiëren kunnen zij eindgebruikers, als deel van de gebruikersgroep, faciliteren ook door de toegang en het gebruik van digitale leermiddelen intuïtiever te maken. Dit kan met behulp van zogenaamde ‘user journeys’, oftewel: routekaarten voor gebruikers. Ook kunnen uitgevers er dan voor kiezen om ook eindgebruikers te blijven informeren via de website. Ook kunnen uitgevers er dan voor kiezen om ook eindgebruikers te blijven informeren via de website.

Niet in de laatste plaats is het noodzakelijk om leerkrachten te begeleiden bij het flexibel toepassen van digitale leermiddelen. Dit kan onder meer door de leerdoelen expliciet te maken.

Hoe kunnen uitgevers het basisonderwijs waardevoller maken?

Waardevol onderwijs ontstaat vanuit het gemeenschappelijke belang van de gebruikersgroep: onderwijsprofessionals en eindgebruikers. Educatieve uitgevers dragen bij om het basisonderwijs zo goed mogelijk te organiseren en te faciliteren.

Uitgevers maken het basisonderwijs waardevoller als zij digitaal onderwijs ontwikkelen dat een uitbreiding vormt naast het klassikale basisonderwijs, in plaats van het te ontwikkelen als een onderdeel van het klassikale onderwijs. Digitaal onderwijs als uitbreiding geeft onderwijsprofessionals de regie, dat wil zeggen: keuzevrijheid en handelingsvrijheid in het onderwijsproces, is gecentreerd rond de leerling, doelgericht, werkt motiverend en leidt tot rendement.

Digitaal onderwijs wint vervolgens aan waarde als uitgevers de serviceverlening rond de toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van digitale leermiddelen, die met het afstandsonderwijs een verdieping heeft ondergaan, verankeren door de bijbehorende serviceprocessen te optimaliseren.

Tot slot

Het onderwijs wordt als geheel – de basis en digitaal – waardevol als uitgevers beleid ontwikkelen rond de aandachtspunten voor digitaal onderwijs. Dat bestaat uit begeleiding van onderwijsprofessionals bij het effectief toepassen van digitale leermiddelen, digitale leermiddelen die gebruiksvriendelijk en toegankelijk zijn voor eindgebruikers, en proactieve informatievoorziening aan zowel de onderwijsprofessionals als eindgebruikers.

Waardevol onderwijs betekent dat onderwijsprofessionals de mogelijkheid krijgen om – naar eigen inzicht – digitaal onderwijs in te zetten als situaties daar om vragen, zoals bijvoorbeeld bij het inlopen van leerachterstanden, ziekte of bij een tweede golf in de corona-crisis.

Dit is het slotartikel van een drieluik. De vorige artikelen over het digitaal basisonderwijs in tijden van Corona verschenen op 31 maart (Hoe houden we leerlingen op afstand bij de les?) respectievelijk 30 april 2020 (Moet het lesmateriaal op de schop nu zelfstandig digitaal leren gewoon is geworden? Moet het lesmateriaal op de schop nu zelfstandig digitaal leren gewoon is geworden?) www.inct.nl

Foto: Ron Maijen via Wikimedia, gelicenseerd onder de Creative Commons-licenties Naamsvermelding-Gelijk delen 3.0

Deel dit artikel

Agenda